Ster.jpg (915 bytes) Sjirmaaloot.JPG (5768 bytes) Ster.jpg (915 bytes)

 

 

 

 

 

Jerusalem.jpg (34014 bytes)

Een lied der opgangen - psalm 123
1. Een lied der opgangen. Naar U heb ik mijn ogen opgeheven, U die zetelt in de hemelen.
2. Zie, zoals de ogen van knechten gericht zijn op de hand van hun meester, zoals de ogen van een dienares op de hand van haar meesteres, zo zijn onze ogen gericht op de Eeuwige, onze God, totdat Hij ons genadet bewijst.
3. Bewijs ons genade, O Eeuwige, bewijs ons genade, want wij zijn meer dan verzadigd van verachting.
4. Onze ziel is meer dan verzadigd van de spot van hen wier rust onverstoorbaar is, van de minachting der hoogmoedigen.

 

Ps123.gif (3049 bytes)

David uit zich in het begin van deze psalm in de eerste persoon. Het directe vervolg laat evenwel zien, dat hij spreekt in naam van het gehele Joodse volk. Hij verwoordt de klacht over vernedering en verdrukking van Israël in ballingschap. Omringd door vijandige volkeren is de Eeuwige Israëls enige hoop. Niet te corrumperen door aardse machten troont de Almachtige hoog in de hemel. Naar hem heffen David en Israël hun ogen vol verwachting op (1).

Joden zijn altijd als ballingen te midden van de volkeren maatschappelijk gemarginaliseerd en buitengesloten geweest. Voor hun overleven is Israël uitsluitend aangewezen op de Eeuwige. De ogen van Israël zijn daarom op Zijn gevende hand gericht, zoals een knecht verwachtingsvol opkijkt naar de hand van zijn meester (2). In het woord ‘knecht’ (èvèd) kunnen we een toespeling lezen op de rol van Israël als de lijdende knecht uit het profetenboek Jesaja. De knecht is verguisd en gesmaad omdat de volkeren zijn werkelijke rol in de geschiedenis niet doorzien. Zij interpreteren zijn erbarmelijke staat als hemelse verwerping, terwijl hij in werkelijkheid juist een dragende hoofdrol vervult binnen de wereldgeschiedenis.

Israël smeekt met nadruk en herhaaldelijk om Gods ontferming (3). In deze dubbele smeekbede bidt de lijdende knecht om kracht, opdat hij de door God opgedragen taken zal kunnen vervullen. Tweemaal ‘bewijs ons genade’ vanwege de dubbele taak om zowel fysiek als religieus Gods heilige volk te zijn. Tweemaal ook omdat Israël zich zowel fysiek als geestelijk bedreigd weet. De uitzichtloze situatie van ballingschap en vervolging vormt een serieuze aanval op Israëls Godsvertrouwen. Zowel fysiek als mentaal heeft de Sjoa in Israël diepe wonden geslagen. Het vers gaat verder met vooral het psychische lijden. De maat van vernedering is vol (4). Voortzetting van de diaspora en verdere ontering door de volkeren kan geen doel meer dienen. Het meest grievende is nog de onverschilligheid en onverstoorbare rust van allen die ooggetuigen zijn van Israëls lijden en werkeloos blijven toezien: Onze ziel is volledig verzadigd van de spot van hen wier rust onverstoorbaar is [ha-sja’ananniem](4). Onverteerbaar is ook de minachting van de kant van de hoogmoedigen (4), de heersers der volkeren. Het Joodse volk is bitter in hen teleurgesteld, omdat zij in hun hoogmoed met dédain neerzien op de Joodse verschoppelingen en hun geen helpende hand willen bieden.

De psalm eindigt droevig maar het begin en de vasthoudendheid waarmee Israël zijn verwachtingsvolle blik op de Eeuwige blijft vestigen, maken dit slot draaglijk. Israëls vasthoudendheid raakt de kern van een jiddisch gedichtje dat een anonieme dichter tijdens de oorlogsjaren op een keldermuur ergens in Keulen heeft achtergelaten:


‘Ik geloof in de zon, zelfs wanneer deze niet schijnt.
Ik geloof in de liefde, zelfs wanneer ik haar niet voel.
Ik geloof in God, zelfs wanneer Hij zwijgt.’

Ps123.jpg (21821 bytes)Op de ets ziet u de woorden van dit gedichtje links afgebeeld. De transparante stad Jerusalem op de achtergrond herinnert ons eraan dat ook deze psalm behoort tot de zogeheten ‘trappenliederen’ die de Levieten op de Tempeltrappen gezongen hebben. De twee geliefden op de voorgrond brengen in beeld, hoe ondanks alles de herinnering aan de liefde levend blijft. Ook de hoop op toekomstige liefdevolle verbondenheid met God en de wereld staat onuitwisbaar in het hart van de Psalmdichter gegrift.

(Ets M. van Loopik)


 

 

©  2000 dr. Marcus van Loopik
Alle rechten voorbehouden. Niets van de tekst of van de afbeeldingen van de etsen mag  

op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd zonder mijn voorafgaande toestemming.

De orginele etsen zijn in beperkte oplage verkrijgbaar. Oningelijst € 280,- per stuk,
ingelijst € 340,- per stuk (beeldafmeting 30 cm. bij 40 cm.; lijst 50 cm. bij 60 cm.).

MailF1F2.gif (4196 bytes) Voor reacties en bestellingen van grafiek klik hier:  Contact via e-mail-adres

 

knoppijlter.gif (1108 bytes) Naar vorige psalm        knoppijl.gif (1102 bytes) Naar volgende psalm

 

mainbuttonhome.jpg (1520 bytes)