Kètèr
Beschrijving van de kleurets:
De eerste sefira die uit Ein Sof emaneerde was Kètèr -
een holle kroon. Het wezenskenmerk van deze sefira is een volstrekte leegte die
in potentie alles kan bevatten. Elk begrip, elke voorstelling en elke tegenstelling
verdwijnt in deze alles samenvattende sefira als het ware in het niet. Ze is de de
negatie van al wat bestaat, een lege ruimte die gereed is om te worden gevuld. Voor de
mens is Kètèr even ondoordringbaar als Ein Sof zelf. De
Kroon gaat in ondoordringbare duisternis gehuld. Er is een plek gemaakt voor
de eerste openbaring van een eerste aanzet spirituele aanzet tot schepping. De duisternis
wordt op de ets als het ware in flarden uiteengescheurd.
De letters alef en gimel geven de eerste paden
aan waarlangs de goddelijke energie zal afdalen. De tweeëntwintig letters vormen een
soort pijpen (tzinnorot) waardoor de goddelijke energie zal stromen. De letters van
het Hebreeuwse alfabet vormen samen met de tien Sefirot de zogeheten tweeëndertig
paden van goddelijke wijsheid. De sefirot zijn daarbij knooppunten die aan de zich
openbarende goddelijke energie een steeds wisselend karakter en kleur verlenen. De letter alef
representeert hier de sefira Chochma (wijsheid). De Letter gimel
staat voor de sefira Bina (inzicht). Samen vormen Kètèr,
Chochma en Bina de hoogste en eerste triade van goddelijke eigenschappen. Ze
verwijzen naar Gods cognitieve vermogens die we in de mens en de schepping weerspiegeld
vinden.
De kroon is hol. Haar inhoud is zozeer onkenbaar voor de
mens, dat ze voor hem in feite gelijk is aan het volstrekte niets. Onder de Kroon staat
een soort zandloper afgebeeld. De bovenste helft ervan vormt het volmaakte spiegelbeeld
van de onderste helft. Het midden van de zandloper brengt in beeld hoe voor de menselijke
waarneming de zichtbare wereld zich uiteindelijk verdicht tot een enkel punt. Daaraan
voorbij is geen waarneming meer mogelijk. In werkelijkheid beginnen voorbij dit punt
echter nieuwe onstoffelijke werelden van licht en energie die - hoewel onzichtbaar -
ons waarneembare bestaan genereren. Er bestaat oneindig veel meer dan wat het menselijke
oog kan zien en het menselijke oor kan horen. Gehele werelden bevinden zich voorbij de
overgang van materie naar energie, van het zichtbare naar het onzichtbare. Het geel
verwijst - zoals in de ets van Ein Sof - naar de openbaring van Gods licht en
energie. Voor de kabbala is schepping tegelijkertijd een voortgaand proces van openbaring.
Geheel onder in beeld ziet u een watervlakte afgebeeld met
daarboven een veertje. Dit is de visuele weergave van de poëtische regel waarmee het
bijbelse scheppingsverhaal begint: En de geest Gods zweefde over de
oerwateren. Links en recht dalen twee licht- en energiestromen af. Ze
symboliseren de voorbereiding op het licht van de eerste scheppingsdag.
Volgende sefira (2): 'Chochma'
Terug naar 'Ein Sof':
© 2000 dr. Marcus van Loopik
Alle rechten voorbehouden. Niets van de tekst of van de afbeeldingen van de etsen
mag
op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd zonder mijn voorafgaande
toestemming.
De originele etsen - met als thema de tien sefirot - zijn in beperkte oplage
(20 exemplaren) verkrijgbaar. Oningelijst 400,- per stuk, ingelijst
475,- per stuk (beeldafmeting 40 cm. bij 50 cm.; lijst 60 cm. bij 85 cm.).
Voor
reacties en bestellingen van grafiek:e-mail:
|