Vrouwe wijsheid - Chochma -
bestond al vanaf het begin der schepping. Zij was Gods raadgever en kameraad bij Zijn
plannen om de wereld te scheppen. De Wijsheid - dat is de Tora - vormde het instrument
waarmee God de schepping bouwde. Zij was het plan waarmee de Grote Architect Zijn
universum begon te ontwerpen. De basis van deze voorstelling is voor de Wijzen Spreuken
8:22, waar vrouwe Wijsheid over zichzelf zegt: 'De Eeuwige heeft mij bereid als het
begin van Zijn weg, vóór Zijn werken, van toen af.
In het hoofd van vrouwe Wijsheid werden de letters gevormd
die de schepping moesten helpen te formeren. Chochma omvat een intuïtief besef,
maar nog geen woorden en concepten. Chochma is opborrelende intuïtieve en
creatieve kennis, die nog geen vaste vorm heeft aangenomen. De sefira chochma
is werkzaam in de flits van begrip die in onze geest oplicht, op een moment dat we nog
niet in staat zijn te formuleren wat we precies begrijpen. Chochma wordt
vertegenwoordigd door de eerste scheppingsdag (geestelijk licht) en de scheiding tussen
licht en donker.
De kleine bol op de ets - met een lichte en donkere zijde -
verwijst naar dag en nacht als gevolg van de omwenteling van de aarde. Links staan in het
donkere vlak langs de rand van het beeld de wit oplichtende woorden geschreven: jehi
or - er zij licht. De letter waw -
beneden in het midden van de menselijke figuur - verwijst wederom naar de zes lagere sefirot
van Zeir Anpin (de Jonge van Aangezicht). De centraal geplaatste menselijke
figuur is vrouwe Wijsheid. De berg met de besneeuwde top rechts van haar verwijst terug
naar de sefira Kètèr, die de kabbalisten onder meer aanduiden als de
witte top van de berg Hermon.
Wit is de kleur van het licht dat in feite alle kleuren
(tegenstellingen) tot een eenheid verenigt, zodat ze niet meer apart te onderscheiden
zijn. Alle kleine structuurtjes op de afbeelding wijzen naar het beginnende vlechtwerk van
in Gods geest ontspringende gedachten.
Het kleine vlak met fijne en warrige structuurtjes aan de
bovenzijde van de plaat verhult als een sluier de hoger gelegen sefira Kètèr.
Daarboven bevindt zich de bron van al wat is: Wat zonder einde is, Ein Sof.
Ter accentuering van deze gedachte is dicht onder dit vlak een vierkantje afgebeeld met
lijnen die als een labyrint naar een middelpunt leiden. Dit is een veel gebruikt
kabbalistisch symbool voor de zich steeds meer verdichtende weg van onze werkelijkheid,
met een beweging van buiten naar binnen, tot aan het centrum.
Links lichten vormeloze vonken op, als gedachteflitsen die
nog niet tot herkenbare denkbeelden gestold zijn. Geheel onder zijn donkere heuvels
afgebeeld. Naar beneden toe - of moeten we zeggen naar buiten toe? - neemt de emanatie van
het onkenbare en onzichtbare steeds meer vorm aan. Links onder is een geabstraheerde zuil
van opspuitend bronwater te zien, uit onkenbare diepten opstijgend en naar buiten tredend.
Volgende sefira (3) 'Bina'
Terug naar 'Kètèr'

© 2000 dr. Marcus van Loopik
Alle rechten voorbehouden. Niets van de tekst of van de afbeeldingen van de etsen
mag
op welke wijze dan ook worden vermenigvuldigd zonder mijn voorafgaande
toestemming.
De originele etsen - met als thema de tien sefirot - zijn in beperkte oplage
(20 exemplaren) verkrijgbaar. Oningelijst 400,- per stuk, ingelijst
475,- per stuk (beeldafmeting 40 cm. bij 50 cm.; lijst 60 cm. bij 85 cm.).
Voor
reacties en bestellingen van grafiek:e-mail: 